Joodse begraafplaats Beth Haim De voltooiing van een entreepaviljoen is het sluitstuk van de verbetering van Beth Haim, de joodse begraafplaats in Ouderkerk aan de Amstel. Hier liggen 28.000 doden begraven. De meeste graven zijn weggezakt, opgeslokt door gras.
De tijd heeft zijn werk gedaan op Beth Haim, de Portugees-Joodse oftewel Sefardische begraafplaats in Ouderkerk aan de Amstel. Ongeveer 28.000 doden zijn hier begraven en hoewel de Joodse religie voorschrijft dat graven nooit worden geruimd, liggen er slechts enkele duizenden grafstenen op het grasland met bomen en beukenhagen langs de Bullewijk, een zijtak van de Amstel.
De meeste graven hebben versleten, grijze, rechthoekige platen natuursteen als deksteen – plat in het gras.
Sommige graven lijken op sarcofagen in de vorm van kleine huisjes met puntdaken, een enkel graf is voorzien van een zuil met een opschrift.
Verreweg de meeste grafstenen zijn in de loop van de tijd weggezakt in de zompige veengrond en opgeslokt door gras. Op sommige stukken zijn zelfs alle graven verzwolgen door de aarde en bloeien, twee weken na de vorstweek, de sneeuwklokjes met vele duizenden.
In het begin van de 21ste eeuw kreeg de drassige veennatuur zozeer de overhand op Beth Haim, dat delen van de begraafplaats voor Sefardische Joden onbegaanbaar en ontoegankelijk werden. In 2014 werd daarom een begin gemaakt met de aanleg van paden, trappen, bankjes en bruggetjes over greppels op Beth Haim – Hebreeuws voor Huis van het Leven. Sluitstuk van de verbetering van het terrein van 4 hectaren is het eind vorig jaar opgeleverde entreepaviljoen, dat is gebouwd naar een ontwerp van Kossmandejong en Loerakker Olson Architecten.
Sober gebouw
Met drie muren van donkere baksteen en een dak met een simpele houten constructie is het paviljoen een sober gebouw. De vierde muur heeft een ingang met een deur van messing en bestaat grotendeels uit natuursteen met de plattegrond van Beth Haim in reliëf. Binnen zijn de wanden bekleed met witte, geglazuurde bakstenen en valt door een bovenlicht overdag het licht naar binnen in het gebouwtje zonder ramen.
Zo lijkt het entreepaviljoen op het eerste gezicht functionele baksteenarchitectuur die aansluit op het bijna even simpele, maar grotere Huis der Ommegang uit 1705, waar de lijken worden gewassen en de aanwezigen zeven keer rondom de baar lopen voordat de teraardebestelling plaats vindt. Toch hebben de architecten het paviljoen ook als architecture parlante, sprekende architectuur, bedoeld, zo blijkt uit de toelichting die ze op Architectenweb gaven.
De materialen – ‘gebroken metselwerk van donkere bakstenen, zacht natuursteen, verweerd messing en onbewerkt eikenhout’ – staan volgens hen voor vergankelijkheid. En de vier ronde hoeken van het paviljoen moeten een cirkel suggereren, die de eeuwige cyclus van leven en dood symboliseert. Of deze tweevoudige boodschap door veel bezoekers zonder uitleg zal worden begrepen, is twijfelachtig. Vooral de cirkelsymboliek is vergezocht. Ondanks de ronde hoeken is het paviljoen toch eerder een simpele doos met rechte wanden dan een rond gebouw.
Binnen in het paviljoen zijn drie vitrines met onder meer oude prenten van de begraafplaats te zien en wordt op een groot beeldscherm een film over Beth Haim vertoond. Hierin vertelt Jeroen Krabbé aan de hand van onder meer filmbeelden en prenten (van onder anderen Jabob van Ruisdael) over de geschiedenis van de oudste Sefardische begraafplaats in Nederland. Die begon in de tweede helft van de 16de eeuw met de komst naar Nederland van vele Portugese Joden die wilden ontkomen aan de Jodenvervolging op het Iberisch schiereiland.
In Amsterdam mochten de Joden weliswaar hun geloof belijden, hun doden mochten ze er niet begraven. Daarvoor vonden in 1607 ze een stuk grond in het Noord-Hollandse dorpje Groet, op veertig kilometer afstand van Amsterdam. Omdat de doden volgens de Joodse, religieuze voorschriften binnen 24 uur moeten worden begraven, was dit laatste moeilijk te verwezenlijken. In 1614 kregen de Sefardische Joden toestemming van de Staten van Holland om in Ouderkerk aan de Amstel een stuk grond te kopen dat vanuit Amsterdam met de trekboot goed bereikbaar was.
Iedereen een eenvoudige zerk
Krabbé vertelt ook dat de Joodse grafcultuur uiterst sober is. In de dood is iedereen gelijk en dus krijgt elke dode in beginsel een eenvoudige platte plaat natuursteen of zerk op zijn graf. Maar op het oudste deel van Beth Haim staan veel opvallende grafmonumenten.
In de rooms-katholieke traditie van de landen die ze waren ontvlucht, lieten de rijke, Portugese Joden bijvoorbeeld rijk gebeeldhouwde grafstenen van marmer maken voor hun doden.
Een van de mooiste is de dekplaat die Binjamin Senior liet maken voor Abraham, Isaac en Raphael Senior. Op hun grafsteen is te zien dat een engel Abraham op het laatste moment kwam zeggen dat Jahwe slechts een grapje maakte toen Hij hem de opdracht gaf zijn oudste zoon te offeren.
By Bernard Hulsman